Scroll down

Alternate Text
News banner

Zero Tolerance Day tegen Vrouwelijke Genitale Verminking

Building Bridges: tussen Voorkomen en Vervolgen Hoewel het in bijna alle landen verboden is, zijn er wereldwijd naar schatting 200 miljoen meisjes en vrouwen besneden. Ook jonge meisjes met een migratieachtergrond die in Europa of Nederland wonen, lopen het risico besneden te worden. Uit onderzoek van Pharos (2013) blijkt dat in Nederland per jaar tussen de 40 en 50 meisjes een reëel risico lopen besneden te worden, meestal tijdens vakantie of familiebezoek in het land van herkomst. Platform 6/2 vraagt jaarlijks op 6 februari tijdens Zero Tolerance Day, de door de Verenigde Naties uitgeroepen Internationale Dag Tegen Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV), aandacht voor deze praktijk. De zaal is goed gevuld, maar liefst 130 professionals die werkzaam zijn op het gebied van VGV, zijn aanwezig. Onder leiding van journalist en schrijver Babah Tarawally als dagvoorzitter wordt dit jaar stilgestaan bij de juridische aanpak van VGV in Nederland, Europa en de rest van de wereld. Monique van Tilburg, regiomanager ’s-Hertogenbosch bij GGD Hart voor Brabant heet iedereen welkom in Perron-3 in Rosmalen.
 
Dr. Annemarie Middelburg, consultant en programmamedewerker Meisjesrechten bij Defence for Children duidt de internationale context. Volgens haar is in de strijd tegen VGV een belangrijke rol weggelegd voor educatie en bewustwording. Immers: voorkomen is beter dan genezen. Tegelijkertijd moet er volgens haar meer aandacht zijn voor het handhaven en implementeren van wetten. Ondanks dat sociale normen niet zomaar zullen veranderen door wetgeving, moet de rol van de wet niet worden onderschat in de strijd tegen het uitbannen van VGV. Strafrechtelijk vervolgen van VGV kan een belangrijke functie in dit veranderproces vervullen, het geeft een duidelijk signaal en er gaat een preventieve werking van uit.

Drs. Diana Geraci, senior projectleider en onderzoeker VGV bij Pharos, pakt het stokje over en gaat in op VGV-rechtszaken op Europees niveau. Onderzoek (Europese Commissie 2015) wijst uit dat vanaf de jaren 80 tot 2015 in heel Europa minder dan vijftig rechtszaken hebben plaatsgevonden ten aanzien van VGV. Dit aantal is opvallend klein, gezien het feit dat in Europa honderdduizenden meisjes en vrouwen uit landen komen waar VGV wordt toegepast. In Nederland zijn alle vormen van VGV verboden, ook wanneer de besnijdenis is uitgevoerd in een ander land. Nederland beschouwt VGV als een vorm van kindermishandeling. Iedereen die VGV uitvoert of meewerkt aan de besnijdenis van een meisje is strafbaar en kan worden vervolgd. In de Nederlandse aanpak wordt ingezet op een combinatie van preventie, voorlichting, zorg en strafbaarheid waarbij veel partijen betrokken zijn.

Eric Logister, wethouder van onder andere Onderwijs, Diversiteit en Stedelijke transformatie van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch trapt de paneldiscussie af: “Mutilatie is een fysieke en psychische mishandeling, en daarmee uitermate schadelijk voor een kind omdat zij zich niet optimaal kan ontwikkelen. In de maatschappij hoort deze vorm van kindermishandeling niet thuis.” De paneldiscussie bestond uit vier panelleden met elk een stelling.

Betere samenwerking

“Voor het bewerkstelligen van een cultuuromslag ten opzichte van VGV is een nauwe samenwerking tussen Jeugdgezondheidszorg en Veilig Thuis van groot belang.”, aldus de stelling van Noortje Breedijk, jeugdarts KNMG bij GGD Hart voor Brabant. Aan de hand van een casus van een gezin uit Mali legt zij uit zij bij het bestuderen van het JGZ-dossier opmerkte dat er een reëel risico op VGV bij dit gezin bestaat. Zij legt uit hoe er vervolgens gehandeld is (inschakelen aandachtsfunctionaris VGV, huisbezoek om risico te inventariseren, meegeven Verklaring tegen VGV, na terugkomst nazorggesprek). De aanwezigen beamen dat goede samenwerking belangrijk is en dat er op dit moment soms steken worden laten vallen. Nu blijft het soms bij signalen. Het is belangrijk om hier doorheen te breken en mensen die dichtbij het kind staan erbij te betrekken, zoals medewerkers van basisscholen, kinderdagverblijven en schoolmaatschappelijk werk, aldus een aantal aanwezigen in de zaal. Een medewerker van de gemeente Amsterdam doet de suggestie om lokale convenanten te sluiten om de samenwerking te versterken en te zorgen dat je elkaar ook kunt aanspreken. Er wordt genoemd dat sommige organisaties zich achter privacy wetten verschuilen om geen zaken te delen, wat wellicht anders zou moeten. Er wordt verder aangegeven dat een actieplan met nauwe samenwerking tussen Jeugdgezondheidszorg, Veilig Thuis en onderwijsinstellingen belangrijk zou kunnen zijn om de landelijke aanpak van VGV te verbeteren. Hierbij is de inzet van sleutelfiguren die bekend zijn met de culturele tradities en ervaringsdeskundigen cruciaal, aldus een aantal aanwezigen in de zaal.

Signalerend vermogen van huisartsen en scholen

“Het signalerend vermogen van huisartsen en scholen op het gebied van VGV dient vergroot te worden, wanneer we willen dat in Nederland op dit terrein vaker stafvervolging plaatsvindt.”, aldus Marjan Groefsema, projectleider VGV bij GGD GHOR. Zij beargumenteert dat er naast professionals in de zorg een belangrijke rol is weggelegd voor huisartsen en scholen. Een uitgevoerde besnijdenis zou ook door hen gesignaleerd kunnen worden, omdat zij deze kinderen veel vaker zien. Als scholen en huisartsen hier handvatten voor zouden krijgen, zou dat zeker helpen, aldus Marjan Groefsema. De vraag is of scholen op dit moment weten waar ze aan de bel moeten trekken. Aanwezigen in de zaal geven aan dat ouders, leraren en andere betrokkenen er beter op geattendeerd zouden moeten worden hoe ze kunnen melden, en dat het melden anoniem kan. Nu is er vaak angst voor gevolgen voor het gezin waardoor er niet gemeld wordt. Sleutelfiguren kunnen hier ook een rol in spelen door het wettelijke kader te schetsen voor de ouders ter verduidelijking dat men strafrechtelijk vervolgd kan worden bij het toepassen van VGV.

Serieus nemen van VGV

“Vermoedens van een uitgevoerde en dreigende VGV moeten serieuzer genomen worden door professionals.", aldus Zahra Naleie, senior programmamanager VGV bij FSAN. Zij deelt met het publiek een aantal concrete casussen, waaruit blijkt dat er terughoudendheid is bij professionals om te melden. Zij zouden bang zijn voor de negatieve gevolgen voor het kind: een melding kan het vertrouwen tussen patiënt en arts beschadigen. Een aanvulling op de aanpak zou volgens een aantal aanwezigen zijn om in de participatieverklaring die nieuwkomers moeten tekenen VGV als kindermishandeling op te nemen, bij het onderdeel normen en waarden van Nederland.

“Gemeentes zouden een grotere rol moeten spelen in het voorkomen en vervolgen van VGV.”, aldus de stelling van Nafisa Osman, preventiemedewerker bij GGD Hart voor Brabant. Er is een belangrijke rol weggelegd voor gemeenten om financiële middelen beschikbaar te stellen voor kennisuitwisseling tussen de GGD, Veilig Thuis, Jeugdbescherming, onderwijsinstellingen, politie en andere instanties in de regio die om het kind heen staan. Verder is het belangrijk dat de gemeenten meedoen aan voorlichtingen voor ouders, leraren en andere betrokkenen. InternationaleSchakelKlas scholen worden meegenomen in de voorlichting, maar deze is niet gericht op kinderen op basisonderwijs. Dit zou volgens een aantal aanwezigen wel moeten. Ook zou voorlichting aan (minderjarige) asielzoekers, maar ook kinderen en ouders autochtonen beter kunnen; zij kennen het fenomeen niet of zien de ernst er niet van in.

Gedurende de dag was er veel ruimte voor discussie, maar aan het einde van Zero Tolerance Day was nog lang niet alles gezegd. Er gaat een hoop goed ten aanzien van het voorkomen en vervolgen van VGV in Nederland, maar er kunnen ook een aantal zaken (veel) beter. Aan het einde van de dag heeft Defence for Children het initiatief genomen om alle ideeën te bundelen, om zo tot concrete aanbevelingen te komen. Opmerkingen en ideeën kunnen worden gestuurd naar Annemarie Middelburg via a.middelburg@defenceforchildren.nl.
 
Platform 6/2 is een samenwerkingsverband tussen Amref Flying Doctors, Federatie Somalische Associaties Nederland (FSAN), Pharos expertisecentrum gezondheidsverschillen, Plan Nederland en Defence for Children, die dit jaar Zero Tolerance Day heeft georganiseerd.
 
NB: Dit verslag is een weergave van de discussie die werd gevoerd op 6/2. Een aantal suggesties die worden gedaan door het publiek gebeuren op dit moment al.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Europees Instituut inventariseert risico meisjesbesnijdenis Spanje, Luxemburg, Denemarken en Oostenrijk

Het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE) heeft schattingen gepubliceerd van het aantal meisjes dat risico loo…


Lees meer

Vrouwenrechtenorganisaties naar West-Afrikaans Hof vanwege ontbreken verbod meisjesbesnijdenis in Mali

Toonaangevende vrouwenrechtenorganisaties hebben op 12 april gezamenlijk een zaak ingediend bij het Hof van Justitie van…


Lees meer

Uitnodiging: 8 februari online conferentie Zero Tolerance tegen meisjesbesnijdenis

Ieder jaar op 6 februari wordt op Zero Tolerance Day wereldwijd aandacht voor de strijd tegen vrouwelijke genitale vermi…


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee