VN-comité: ‘Neem geen DNA af bij minderjarigen’
Nederland moet stoppen met het afnemen van DNA bij minderjarige veroordeelden, schrijft het Comité voor de Rechten van het Kind aan de Nederlandse regering. Het comité van de Verenigde Naties vindt daarnaast dat strafrechtelijke gegevens over jeugddelicten niet langer mogen worden gebruikt op latere leeftijd.
Met haar uitspraak over DNA-afname bij minderjarigen heeft het comité Nederland flink op de vingers getikt. Het comité schrijft onomwonden dat de huidige werkwijze niet kan: ''Eliminate the practice of DNA testing of children in conflict with the law and erase the criminal record of children who are acquitted or have finished their sentence.''
"Dit is een baanbrekende uitspraak", zegt Maartje Berger van Defence for Children. "Het betekent concreet dat opname van profielen van minderjarigen in de DNA-Databank voor Strafzaken moet stoppen en dat strafrechtelijke gegevens na het voldoen van de straf moeten worden gewist. Feitelijk moet de 'Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden' nu dus worden aangevuld met een uitzonderingsbepaling voor minderjarige veroordeelden."
Lobby
Defence for Children dringt al sinds lange tijd aan op een bepaling voor minderjarigen in de 'Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden'. Ook de Kinderombudsman komt tot een vergelijkbaar advies in het rapport 'DNA-onderzoek bij veroordeelde minderjarigen'. "Op basis van het VN-Kinderrechtenverdrag zijn minderjarigen extra beschermd en moet in wet, beleid en praktijk rekening worden gehouden met leeftijd, de kwetsbare positie van minderjarigen en met hun bijzondere positie in het jeugdstrafrecht", aldus jurist Maartje Berger. "Bij DNA-afname heeft de Nederlandse regering tot nu toe echter geen onderscheid willen maken tussen minder- en meerderjarigen. Met de aanbeveling van het comité in de hand roept Defence for Children het kabinet op om de wet nu alsnog aan te passen."
Staatssecretaris Van Rijn reageert naar verwachting later deze maand inhoudelijk op de aanbevelingen van het VN-comité over de kinderrechtensituatie in Nederland. De aanbevelingen zijn op 10 juni dit jaar gepubliceerd en verschijnen om de vijf jaar. Ze vormen de richtlijn voor de Nederlandse overheid om te werken aan de implementatie van het VN-Kinderrechtenverdrag.