Scroll down
Hieronder hebben we de meest gestelde vragen op een rij gezet. Mocht u een andere vraag hebben, neem dan contact met ons op via: info@defenceforchildren.nl.
Defence for Children zendt geen personeel (betaald of vrijwillig) uit naar programma’s in het buitenland. Wij werken zoveel mogelijk met professionele krachten en lokale medewerkers. We zoeken soms vrijwilligers voor onze werkzaamheden in Nederland. Vacatures kunt u hier vinden.
Wij vinden het heel belangrijk dat het geld dat wij ontvangen goed wordt besteed. Dat we zo min mogelijk kosten maken om zoveel mogelijk geld over te houden voor onze hulp aan kinderen. Wij gaan dus heel bewust en zorgvuldig om met de donaties die we van onze donateurs en donoren ontvangen.
Wij waarderen het gebaar, maar wij nemen geen donaties in natura aan. Kleding kunt u inleveren bij Sams Kledingactie. Samen met enthousiaste vrijwilligers zamelen zij tweedehandskleding in. De verkoop van deze kleding levert geld op dat ze direct besteden om de nood in rampgebieden te verlichten. Een mooie bestemming dus! Zoek hier een container of depot.
Wij waarderen het gebaar, maar wij nemen geen donaties in natura aan. U kunt speelgoed (boekjes, puzzels, speelgoed, knuffels) doneren aan Stichting Babyspullen. Stichting Babyspullen zet zich met een netwerk van partners in om de effecten van armoede op baby’s en jonge kinderen te verminderen. De stichting realiseert dit doel primair door het verstrekken van gratis babystartpakketten, bestaande uit nieuwe en gebruikte babyspullen, aan (aanstaande) ouders in Nederland die het financieel moeilijk hebben. Een mooie bestemming! Zoek hier een inzamelpunt.
Het salaris van directeuren van goede doelen is regelmatig onderwerp van discussie en dat begrijpen we. Donateurs zijn kritisch over de manier waarop hun gedoneerde euro wordt besteed. Daarom lichten we het salaris van onze directeur graag toe. Het salaris van de directeur van Defence for Children voldoet aan de beloningsregeling voor goede doelen van de vereniging Goede Doelen Nederland. Wilt u hier meer over lezen? Bekijk dan ons jaarverslag.
Ben je scholier of student en zoek je informatie over Defence for Children voor een spreekbeurt, werkstuk, onderzoek of scriptie? Stuur dan een e-mail.
Wij krijgen veel aanvragen voor interviews voor werkstukken binnen. We proberen altijd een manier te vinden om hierop in te gaan. Stuur een mailtje met daarin het onderwerp van het werkstuk en de concrete vragen die je hebt, dan kunnen wij je in contact brengen met de juiste persoon.
Defence for Children zet zich in voor de rechten van kwetsbare kinderen, hierbij is het VN-Kinderrechtenverdrag leidend. Door middel van onderzoek, acties, lobby en de Kinderrechtenhelpdesk, richt Defence for Children zich op de thema's: migratierecht, jeugdzorg, jeugdstrafrecht en seksuele uitbuiting van kinderen (bestrijding van kinderporno, kindersekstoerisme, kinderhandel).
Defence for Children helpt individuele kinderen bij rechtszaken. Dit doet Defence for Children door het ondersteunen van advocaten en organisaties, zoals jeugdzorg en onderwijsinstellingen bij het toepassen van het VN-Kinderrechtenverdrag. Defence for Children geeft daarnaast voorlichting en training aan professionals en voert lobby bij de overheid voor betere wetgeving ter bescherming van kinderen. Het kind is altijd uitgangspunt in het werk van Defence for Children.
Armoede in Nederland is natuurlijk anders dan armoede in een ontwikkelingsland. Voor kinderen in ons land betekent het dat zij een gebrek hebben aan middelen om mee te kunnen doen met leeftijdsgenoten. Daardoor is er een risico op sociale uitsluiting.
Armoede hangt vaak samen met het hebben van schulden. Soms gaat het ook om dakloosheid, gebrek aan voldoende voedsel of schoon drinkwater, of een situatie waarin kinderen en ouders van elkaar worden gescheiden als gevolg van armoede.
Volgens de laatste cijfers van het CBS maken 264.000 kinderen deel uit van een gezin met een inkomen onder de lage inkomensgrens. Van hen groeien bijna 108.000 kinderen op in een gezin met een langdurig laag inkomen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018), dat wil zeggen: langer dan vier jaar.
De Nederlandse overheid neemt het bestrijden van armoede onder kinderen serieus. Het kabinet stelt jaarlijks 100 miljoen beschikbaar voor het armoede- en schuldenbeleid. Daarnaast wordt er jaarlijks 100 miljoen extra uitgetrokken specifiek voor kinderen in armoede. Hiervan gaat € 85 miljoen naar gemeenten, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor het armoedebeleid. De overige € 15 miljoen gaat naar landelijke, maatschappelijke, initiatieven. In totaal gaat € 1 miljoen naar Caribisch Nederland. Het overheidsgeld moet in natura bij de kinderen terecht komen. Dat betekent dat het bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor schoolspullen, sportles, muziekles, bijles of schoolreisjes. Het geld is bedoeld voor kinderen die voor korte of langere tijd met armoede te maken hebben.
Daarnaast compenseert de Rijksoverheid zorgkosten van mensen met een laag inkomen en neemt maatregelen om de koopkracht van mensen met een laag inkomen op peil te houden. Ook stelt de Rijksoverheid de bedragen vast voor de Kinderbijslag en het kindgebonden budget.
Gezinnen kunnen hulp vragen bij hun gemeente. Elke gemeente in Nederland heeft de plicht mensen te helpen die niet goed kunnen rondkomen. Gemeenten kunnen extra ondersteuning geven aan gezinnen met kinderen, bijvoorbeeld met een Kindpakket of voorzieningen voor sport en cultuur. Een Kindpakket is een pakket met aanvullingen voor kinderen, die ervoor zorgen dat zij mee kunnen doen met andere kinderen. Bijvoorbeeld vouchers voor kleding en zwemlessen.
Daarnaast kan er een aanvraag ingediend worden voor ondersteuning bij Sam&. Dit is een samenwerkingsverband van Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job. Samen bieden zij één portaal waar ouders en intermediairs een aanvraag kunnen doen voor de voorzieningen die de organisaties bieden. Zie voor meer informatie: www.samenvoorallekinderen.nl
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het armoede- en schuldenbeleid. Gemeenten spannen zich in om problemen rond armoede en schulden bij mensen zoveel mogelijk te voorkomen of weg te nemen. Bijvoorbeeld door extra geld beschikbaar te stellen via de bijzondere bijstand. Of door een regeling te treffen met schuldeisers, woningbouwverenigingen en aanbieders van nutsvoorzieningen.
Als mensen er financieel zelf niet meer uitkomen, kunnen zij terecht bij de gemeente. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk om schuldhulpverlening aan hun inwoners aan te bieden. Voor schuldhulpverlening kunnen mensen zich aanmelden bij de gemeente. Als zij voldoen aan de voorwaarden voor schuldhulpverlening, krijgen zij een schuldhulpverlener toegewezen. Soms is er bij een gemeente een speciaal loket voor schuldhulpverlening.
Er zijn diverse manieren waarop u een kind in armoede kunt helpen. Het kan al beginnen met kleine dingen: bijvoorbeeld met het doneren van kleding of spullen aan een kringloopwinkel of inzamelpunt. U kunt zich ook inschrijven als vrijwilliger bij de Voedselbank, een inloophuis, maatschappelijke opvanglocatie of een kringloopwinkel. Er worden in diverse grotere steden avonden georganiseerd waarbij omwonenden koken voor gezinnen die in armoede leven. Ook scholen, buurtgemeenschappen en kerken organiseren vaak initiatieven waarmee het mogelijk wordt gemaakt gezinnen en kinderen in armoede te ondersteunen. Mocht u op zoek zijn naar een meer structurele manier om kinderen in armoede te helpen, overweegt u dan een donatie aan Defence for Children.
Er zijn diverse oorzaken voor armoede onder kinderen in Nederland.
Nee. Kinderen en jongeren krijgen te weinig voorlichting over waar zij hulp kunnen zoeken als zij met armoede te maken krijgen. Ze zijn er bijvoorbeeld niet van op de hoogte dat gemeenten een Kindpakket hebben, of een loket waar kinderen met vragen terecht kunnen.
Zowel gemeenten als de Rijksoverheid kunnen er meer aan doen om ervoor te zorgen dat het voor kinderen en jongeren in armoede duidelijk is waar zij naar toe kunnen voor hulp. Dit kan bijvoorbeeld met een 24/7 hulplijn, een website met informatie of een wekelijks spreekuur voor kinderen en jongeren in armoede. Kinderen en jongeren zijn niet alleen in staat, maar hebben ook het recht om hierover mee te denken. Zij kunnen goed aangeven waar zij behoefte aan hebben, zodat het aanbod en de toegang tot hulp kunnen worden afgestemd op kinderen en jongeren.
Armoede heeft met name gevolgen als kinderen langdurig en op jonge leeftijd met armoede geconfronteerd worden. Kinderen die in armoede opgroeien, lopen vaak een (leer)achterstand op, zijn minder vaak lid van een sportvereniging en verlaten vaker voortijdig school. Zij hebben meer risico op een slechte gezondheid, op lager dan gemiddelde schoolresultaten en later op slecht betaalde banen.
Ook zijn armoede, werkloosheid en stress risicofactoren voor kindermishandeling. Kinderen uit gezinnen met een (langdurig) laag inkomen lopen een groter risico om later zelf weer in een soortgelijke situatie terecht te komen. Deze vicieuze cirkel moet doorbroken worden.
De risico’s die gepaard gaan met armoede worden nog te vaak onderschat door beleidsmakers en politici.
Defence for Children maakt zich zorgen om de grote groep kinderen die in Nederland in armoede opgroeit en het gebrek aan geschikte opvangplaatsen bij een dreigende dakloosheid. Op dit gebied werkt Defence for Children structureel samen met Save the Children:
De regering is verantwoordelijk voor het nationale stelsel van sociale zekerheid en behoort daarmee een coördinerende rol op zich te nemen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het armoedebeleid. In veel gemeenten is het armoedebeleid nog onvoldoende kindvriendelijk. Veel gemeenten hebben de nieuwe taken die zij hebben gekregen, nog onvoldoende ingericht op de behoeften van kinderen en jongeren. Ook gaan lang niet alle gemeenten in gesprek met kinderen en jongeren om samen met hen het armoedebeleid vorm te geven.
Gemeenten hebben het beste inzicht in de leefsituatie van kinderen en jongeren. Er ligt dus een belangrijke verantwoordelijkheid van gemeenten voor wat betreft preventie, het bestrijden van armoede onder kinderen én het toewerken naar een stabiele financiële situatie.
Gemeenten kunnen een toegankelijk loket inrichten waar kinderen en jongeren die opgroeien in armoede terecht kunnen voor informatie en vragen. In het project Speaking Minds adviseren jongeren gemeenten over het armoede- en schuldenbeleid. Participatie van kinderen en jongeren is een belangrijk middel voor gemeenten om betrokkenheid van én verbinding met kinderen en jongeren te stimuleren.
Ja, uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2017), blijkt dat een op de vier eenoudergezinnen van een laag inkomen moet leven.
Er zijn diverse regelingen beschikbaar voor kinderen in armoede. De meeste gezinnen met een laag inkomen ontvangen kinderbijslag. De Algemene Kinderbijslagwet regelt een financiële tegemoetkoming voor mensen die kinderen verzorgen en opvoeden.
Gezinnen met kinderen kunnen daarnaast ook in aanmerking komen voor een kindgebonden budget, een bedrag per kind. Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke toeslag, een tegemoetkoming in de kosten die ouders maken voor minderjarige kinderen. Het gaat om kinderen voor wie de ouders kinderbijslag ontvangen of kinderen die door de ouders in belangrijke mate worden onderhouden. De Belastingdienst bepaalt op grond van de bij de dienst bekende gegevens of iemand in aanmerking komt voor een kindgebonden budget.
Voor alleenstaande ouders is er een aanvulling op het kindgebonden budget beschikbaar in de vorm van de alleenstaande-ouderkop (ALO-kop). Ook de ALO-kop wordt bepaald en uitgekeerd door de Belastingdienst. De extra toeslag is afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Alleenstaande ouders die een toeslagpartner hebben in detentie, buitenland of in een inrichting komen niet in aanmerking voor de ALO-kop.
Daarnaast zijn er veel lokale regelingen waar kinderen in armoede gebruik van kunnen maken. Zo hebben veel gemeenten een Kindpakket, een samenhangend pakket van lokale initiatieven en regelingen gericht op kinderen die geconfronteerd worden met armoede. Het Kindpakket kenmerkt zich vooral doordat producten en diensten in nature worden verstrekt. Het Kindpakket is er vooral op gericht kinderen mee te kunnen laten doen met hun leeftijdsgenoten, en is eenvoudig toegankelijk voor zowel ouders als kinderen. De inhoud van en toegang tot het Kindpakket verschilt per gemeente.
Tot slot kan er een aanvraag ingediend worden voor ondersteuning bij Sam&. Dit is een samenwerkingsverband van Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job. Samen bieden zij één portaal waar ouders en intermediairs een aanvraag kunnen doen voor de voorzieningen die de organisaties bieden. Zie voor meer informatie: www.samenvoorallekinderen.nl
Ja, het VN-Kinderrechtenverdrag is er voor iedereen, en de rechten uit het verdrag zijn voor ieder kind gelijk. Een aantal artikelen zijn des te meer van toepassing op kinderen die opgroeien in armoede, zoals artikel 26 (recht op sociale zekerheid) en artikel 27 (toereikende levensstandaard) van het VN-Kinderrechtenverdrag. De overige artikelen die relevant zijn in de kwetsbare situatie van kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen zijn artikel 3 (belang van het kind), artikel 12 (de mening van het kind) en artikel 9 (scheiding van het kind van de ouders). Zie www.kinderrechten.nl voor meer informatie over de artikelen uit het VN-Kinderrechtenverdrag.
Meer salaris kan de situatie van armoede keren. Maar sommige ouders hebben niet de mogelijkheid om meer te werken, bijvoorbeeld door lichamelijke of psychische problemen.
Ook als ouders wél kunnen werken, is dit maar een deel van de oplossing voor kinderen die in armoede opgroeien. Er is naast financiële ondersteuning ook andere ondersteuning nodig om kinderen gezond en gelukkig te kunnen laten opgroeien, bijvoorbeeld korting op zwemles, sport en culturele activiteiten. Bovendien lopen gezinnen het risico op terugbetalen van regelingen als hun inkomen stijgt. Als zij dit niet kunnen terugbetalen ontstaan er schulden. Meer geld in een gezin neemt daarnaast niet direct de stress weg die komt kijken bij het moeten rondkomen met weinig geld.
Voor gezinnen in een armoedesituatie is het lastig is om eruit te komen. Dit komt doordat overheidsregels soms nog ontoegankelijk zijn en het armoedebeleid van gemeentes niet eenduidig is. Kinderen in Nederland mogen niet zelfstandig een beroep doen op sociale zekerheid. Zij zijn voor het ontvangen van sociale zekerheid en sociale voorzieningen geheel afhankelijk van de positie en dus het handelen van hun ouders. Nederland volgt daarmee niet artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag.
Toen de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen nog van kracht was, werd bijna elk kind afgewezen. Daarom deden steeds minder kinderen en hun ouders een aanvraag op grond van die regeling.[1] In de laatste jaren dat die regeling bestond, ging het nog maar om enkele kinderen per jaar. Vrijwel zonder uitzondering werden die aanvragen afgewezen op het meewerkcriterium.[2] Dit criterium hield in dat je zelf aan je voldoende aan je terugkeer moest werken. Dit werd zo streng uitgelegd dat bijna niemand eraan voldeed.
Op 29 januari 2019 is de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen afgeschaft en is er in plaats daarvan een Afsluitingsregeling gekomen met andere criteria. De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft bekendgemaakt dat 1070 kinderen een beroep hebben gedaan op die regeling.[3]
[1] Zie hiervoor de laatste Rapportage Vreemdelingenketen met de cijfers van 2013 tot en met de eerste helft van 2018: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/10/17/tk-bijlage-rapportage-vreemdelingenketen. NB: de cijfers in de tabel betreffen kinderen en gezinsleden samen. Bij de vermelde 130 inwilligingen gaat het in hooguit de helft van de gevallen om een kind.
[2] Zie voor meer informatie over de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen: M. Vegter en M. Van Werven, Terug bij Af. Staatssecretaris en Afdeling reduceren Kinderpardon tot dode letter. A&MR 2017-2, pp. 67-74. https://www.defenceforchildren.nl/actueel/publicaties/migratie/hoe-het-kinderpardon-een-dode-letter-werd Zie ook: https://demonitor.kro-ncrv.nl/onderzoeken/kinderpardon.
[3] https://ind.nl/nieuws/Paginas/IND-gaat-1070-aanvragen-kinderpardon-beoordelen.aspx. NB: het gaat hierbij om aanvragers die ten tijde van de oorspronkelijke aanvraag jonger dan 19 jaar waren. Sommige van hen zijn derhalve inmiddels begin 20.
Wetenschappelijk onderzoek van Margrite Kalverboer (inmiddels Kinderombudsman) en Elianne Zijlstra (Rijkuniversiteit Groningen) uit 2006 toont aan dat kinderen na vijf jaar verblijf in Nederland niet meer zonder schade aan hun ontwikkeling uitgezet kunnen worden.[1] Wanneer een kind na vijf jaar niet heeft kunnen terugkeren of is uitgezet, moet het kind recht hebben op verblijf en een toekomst in Nederland. De onzekerheid en angst hebben dan lang genoeg geduurd. Dit is in 2017 onderstreept door een onderzoek van de Rijkuniversiteit Groningen en Defence for Children naar de situatie van uitgezette kinderen in Armenië.
In 2018 verscheen een nieuwe Schadenota van Van Os en Zijlstra van de Rijksuniversiteit Groningen en Scherder van de Vrije Universiteit Amsterdam.[2] In deze schadenota werd met talrijke verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek uiteengezet welke schade een kind oploopt, ook in neurologische zin, in het geval van uitzetting na langdurig verblijf in Nederland. De nota werd ondertekend door 38 wetenschappers van verschillende disciplines.
Het Kinderpardon zoals dat bestond (d.w.z. de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen) beschermde kinderen op geen enkele manier. Het was een dode letter, omdat bijna elk kind werd afgewezen. In januari 2019 werd, mede onder invloed van de Schadenota uit 2018, de Afsluitingsregeling van kracht, met gewijzigde criteria. Deze Afsluitingsregeling zou recht moeten doen aan de belangen van al die kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland zijn. De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft aangegeven tot en met december 2019 nodig te hebben om de aanvragen te beoordelen. Daarna kunnen we beoordelen in hoeverre de nieuwe regeling de belangen van al die kinderen daadwerkelijk beschermt.
De realisatie van kinderrechten mag niet afhankelijk zijn van een pardon. In plaats daarvan zou dit bij wet geregeld moeten zijn.
[1] Kalverboer, M.E. & Zijlstra, A.E. (2006). De schade die kinderen oplopen als zij na langdurig verblijf in Nederland gedwongen worden uitgezet. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
[2] https://www.rug.nl/news/2018/nieuwsberichten/1206-schadenota-geworteldekinderen-def.pdf
De regels van de Afsluitingsregeling zijn als volgt:
Omdat de Immigratie- en Naturalisatiedienst nog tot en met december 2019 bezig is met het beoordelen van alle aanvragen in het kader van de Afsluitingsregeling is het nog niet duidelijk hoeveel kinderen worden afgewezen omdat zij niet voldoen aan de eis van vijf jaar verblijf in Nederland.
Het lange verblijf van de kinderen in Nederland heeft verschillende oorzaken. Zo kunnen procedures bij de IND heel lang duren, of procederen ouders of de Nederlandse staat door omdat ze het niet eens zijn met een beslissing of een rechterlijke uitspraak. Op de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children zijn zaken bekend waarin de eerste asielprocedure van een gezin al vijf jaar of meer in beslag namen waarbij de staatssecretaris meerdere keren in hoger beroep ging. Ook de overheid is mede debet aan de lange duur van procedures.
Het doel van een Kinderpardonregeling zou moeten zijn om te zorgen dat kinderen niet de dupe worden van de lange duur van procedures, of die nu veroorzaakt is door de overheid, door ouders of beide. Kinderen hebben hier zelf immers part nog deel aan. De autoriteiten hebben samen met de ouders vijf jaar de tijd om te werken aan een duurzame oplossing. Dit kan ook terugkeer naar het land van herkomst zijn wanneer dat veilig is. Na vijf jaar heeft de verblijfsonzekerheid lang genoeg geduurd en moeten de rechten van het kind voorgaan.
Volgens de hoogste bestuursrechter heeft de staatssecretaris vrijheid om zelf uitleg te geven aan de criteria van het Kinderpardon (zo oordeelde de Raad van State in het kader van de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen (de vorige Kinderpardonregeling). Het Kinderpardon is namelijk niet vastgelegd in een wet, maar in een beleidsdocument. Dat geldt ook weer voor de Afsluitingsregeling. Volgens de Raad van State is bij het Kinderpardon sprake van zogenaamd ‘begunstigend beleid’. Er is dus veel beleidsvrijheid voor de staatssecretaris.
Het meewerkcriterium was de belangrijkste afwijzingsgrond van de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen, ofwel het Kinderpardon. Op grond van dit criterium moesten mensen meewerken aan hun vertrek. Het meewerkcriterium werd zo uitgelegd dat bijna niemand meer voldeed aan deze eis. Daarmee was het Kinderpardon een dode letter geworden.
Hiervoor is nu de Afsluitingsregeling in de plaats gekomen. Daarin is het meewerkcriterium vervallen en vervangen door het beschikbaarheidscriterium. Kinderen die eerder uitsluitend op dit criterium werden afgewezen, krijgen ambtshalve een herbeoordeling van hun aanvraag aan de hand van dit nieuwe criterium. Ook kinderen die niet eerder een aanvraag hebben gedaan op grond van de Definitieve Regeling of die niet uitsluitend op grond van het meewerkcriterium werden afgewezen, konden een aanvraag doen op grond van de Afsluitingsregeling. De beoordeling (al dan niet ambtshalve) van alle aanvragen duurt tot en met december 2019.
De kinderrechten moeten centraal staan. Er moet een oplossing komen voor alle gewortelde kinderen, dat wil zeggen kinderen die hier al vijf jaar of langer verblijven. Kinderrechtenorganisatie Defence for Children is blij dat er een Afsluitingsregeling is gekomen die een oplossing beoogt te bieden voor heel veel van die kinderen. Deze regeling kwam in de plaats van de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen die in de praktijk een dode letter was.
Defence for Children is echter wel bezorgd over het feit dat er met de (zeer tijdelijke) Afsluitingsregeling en de afschaffing van de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen geen beleid meer bestaat voor toekomstige kinderen die in Nederland geworteld raken. Tegelijkertijd verdwijnt ook de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris om in schrijnende zaken een vergunning te verlenen. Het is hierdoor bijvoorbeeld onduidelijk hoe een ernstig gehandicapt kind dat voorheen geregeld een vergunning kregen op basis van de bevoegdheid van de staatssecretaris nu nog verblijfsrecht kan krijgen. Defence for Children pleit er daarom voor dat het respecteren van kinderrechten geen gunst moet zijn, maar een recht. Wanneer de ontwikkeling van een kind ernstig in gevaar is, zou dit net als in de Jeugdwet, consequenties moeten hebben voor het migratierecht. Er zou bij de beoordeling van die zaken een belangrijke rol moeten worden toebedeeld aan deskundigen op het gebied van de ontwikkeling van het kind. Een dergelijke onderzoek of advies moet dan ook leidend zijn, omdat de bescherming van kinderen te allen tijde voor moet gaan. Het is daarom belangrijk dat het belang van het kind, waaronder dat van gewortelde kinderen, stevig verankerd wordt in de Nederlandse vreemdelingenwet om daarmee tot een permanente oplossing te komen.
Kinderen zijn niet altijd in staat om op te komen voor hun eigen rechten. Kinderen die mishandeld worden, verhandeld zijn of vastzitten in de gevangenis zijn niet altijd in staat voor zichzelf op te komen. Als u vindt dat Defence for Children moet opkomen voor kwetsbare en mishandelde kinderen, of kinderen in gevaar, steun dan ons werk.
U kunt een bedrag overmaken op rekeningnummer NL30INGB0000003166 ten name van Defence for Children International Nederland te Leiden. Vanuit het buitenland kunt u NL30INGB0000003166 > BIC/SWIFT INGBNL2A ten name van Defence for Children International Nederland in Leiden aanhouden. Of u kunt via het donatieformulier op onze website een eenmalige of structurele machtiging afgeven.
Met een testament bepaalt u wat er na uw overlijden met uw nalatenschap gebeurt. U kunt hier, naast personen, ook goede doelen in opnemen. Op deze manier kunt u ook na uw overlijden zorgen voor een betere toekomst voor kinderen. U kunt ook goede doelen opnemen in uw testament, zoals Defence for Children. Defence for Children ontvangt dan een percentage van uw nalatenschap. U beslist zelf welk percentage dat is. Wilt u Defence for Children niet tot erfgenaam maken, maar wel in uw testament opnemen, dan kunt u een legaat opnemen. Met een legaat stelt u vast welk geldbedrag u nalaat aan Defence for Children. Wilt u meer weten over hoe u Defence for Children in uw testament kunt opnemen? Neem dan contact op met Marja van de Pavert, 071 - 516 0980.
Wilt u uw machtiging wijzigen of stopzetten? Dit kan door een e-mail te sturen aan info@defenceforchildren.nl o.v.v. machtiging wijzigen of een brief te sturen aan Defence for Children Hooglandse Kerkgracht 17 G, 2312 HS Leiden. De machtiging kan ook altijd worden stopgezet per telefoon via 071 - 5160 980. De machtiging wordt dan per direct stopgezet.
Het geld van uw doorlopende machtiging wordt in principe de 10e van de maand afgeschreven.
Defence for Children is door de overheid erkend als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Daardoor hoeft Defence for Children geen belasting te betalen over het bedrag dat wordt nagelaten. Kijk hier voor meer informatie.
Wilt u, zonder dat het u extra geld kost, zorgen dat kinderrechtenschendingen aan de kaak gesteld worden? Belastingvrij schenken kan met een notariële akte. Als u via een notariële akte aan Defence for Children schenkt, betaalt de Belastingdienst mee aan uw gift. Hierdoor kunt u met hetzelfde bedrag meer doen voor kinderen die in situaties verkeren waar hun rechten geschonden worden. Schenken via een notariële akte is niets anders dan een afspraak tussen u en Defence for Children. Deze afspraak wordt vastgelegd bij de notaris. Met als voordeel dat uw donatie hierdoor volledig aftrekbaar wordt van uw inkomen. Hoeveel belastingvoordeel u geniet is afhankelijk van de belastingschijf waarin u valt. Belastingvrij schenken noemen we dat. Voor meer informatie over de aftrekbaarheid van uw gift, ga dan naar de website van de belastingdienst. Wanneer u interesse heeft in belastingvrij schenken neem dan contact met ons op. Bel naar 071 – 516 09 80 en vraag naar Marja van de Pavert. Zij kan u uitleg geven en samen met u de vervolgstappen doornemen.
Uw donatie wordt besteed aan het bestrijden van kinderrechtenschendingen, waar snel en adequaat op gereageerd moet worden. U kunt hierbij denken aan de ondersteuning van de Kinderrechtenhelpdesk, ter voorkoming van het uitzetten van gewortelde kinderen of aan kinderen die in de jeugdzorg tussen wal en schip vallen. Uw geld wordt goed gebruikt, u kunt hier meer over lezen op onze website of in ons jaarverslag.
Jaarlijks maakt Defence for Children een jaarverslag en een jaarrekening. Deze wordt gecontroleerd en goedgekeurd door een onafhankelijke accountant. Deze verslagen zijn openbaar en worden op de website gepubliceerd.
U ontvangt, indien gewenst een nieuwsbrief per e-mail met informatie over het werk van Defence for Children, die één keer in de twee weken verschijnt. Wilt u zich aanmelden? Dat kan hier!
Het recht op asiel kan beperkt worden in het kader van de bescherming van de openbare orde en volksgezondheid.
Vanwege het coronavirus zullen er tijdelijk geen nieuwe en herhaalde asielprocedures worden gestart. Er zal daarom geen normale identificatie en registratie plaatsvinden en ook verhoren zullen tijdelijk geen doorgang vinden bij de IND. Registratie wordt beperkt tot het afnemen van vingerafdrukken en overige stappen zullen beperkt zijn tot wat nodig is in het kader van openbare orde en volksgezondheid.
Vreemdelingen van wie het asielverzoek is afgewezen blijven in de COA-opvang.
Een Dublin-claim betekent dat een ander land in Europa verantwoordelijk is voor het asielverzoek van een persoon. Maar omdat de meeste landen hun grenzen hebben gesloten vanwege het coronavirus, vinden er tijdelijk geen in- en uitgaande Dublin-overdrachten plaatst. Ook stopt de DT&V met het voeren van terugkeergesprekken. Wel probeert de IND het administratieve proces bij de Dublin-procedure zoveel mogelijk voort te zetten.
Artikel 10 van het VN-Kinderrechtenverdrag waarborgt het recht op gezinshereniging van kinderen met hun ouders. Dit recht kan echter beperkt worden in het kader van openbare orde en volksgezondheid.
De IND blijft aanvragen voor gezinshereniging/MVV aanvragen gewoon behandelen. Ook neemt de IND nog steeds beslissingen op deze aanvragen. Echter zullen er geen nadere onderzoeken plaatsvinden (DNA onderzoek, ID interviews). Eventuele registratie kan worden beperkt tot het afnemen van vingerafdrukken en stappen zullen beperkt zijn door wat nodig is in het kader van openbare orde en volksgezondheid.
Sinds dinsdag 17 maart zijn de zittingen geschrapt bij de rechtenbanken en de Raad van State, tenzij er een dringende noodzaak is voor een zitting (bijvoorbeeld bij zaken die gaan over bewaring, maar op dit moment is hier helemaal geen sprake meer van bij kinderen). Defence for Children meent dat ook aan de kant van de vreemdeling de wettelijke voorgeschreven bepaalde termijnen versoepeld moeten worden (zoals bijvoorbeeld het aantekenen van beroep en het indienen of aanvullen van gronden van beroep). De IND heeft wel al besloten dat er voor het ophalen van MVV’s op de ambassades een extra termijn van 3 maanden geldt.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State herstart wel vanaf 11 mei de fysieke recht zittingen.
Op dit moment hebben nieuwkomers geen toegang tot de reguliere COA-opvang. Nieuwe asielszoekers die in maart opvang hebben gekregen in de noodonderdak locatie van de militaire basis in Zoutkamp (gemeente Het Hogeland) mogen nu naar COA-locaties in Budel en Ter Apel. Zoutkamp wordt de quarantainelocatie voor AZC Sneek.
Defence for Children benadrukt dat de voorzieningen in zowel Zoutkamp, als Budel en Ter Apel moeten voldoen aan de basale voorwaarden voor menswaardige opvang overeenkomstig de Opvangrichtlijn. Zo moet er sprake zijn van voldoende sanitair, wifi, mogelijkheden om actief te zijn en toegang voor vrijwilligers en hulpverleners (van onder andere VluchtelingenWerk).
De toegankelijkheid van medische voorzieningen met betrekking tot het coronavirus moet voor iedereen gelijk gewaarborgd zijn, conform het gelijke behandelingsbeginsel in artikel 2 VN-kinderrechtenverdrag. De overheid moet passende maatregelen nemen met betrekking tot gezondheid en gezondheidszorg voor kinderen conform artikel 24 VN-Kinderrechtenverdrag en dient deze toegankelijkheid voor kinderen op voet van gelijkheid met vluchtelingkinderen te garanderen. Dit verplicht Nederlandse overheid tot het verlenen van preventieve zorg, goederen, diensten aan alle vluchtelingkinderen op het grondgebied van de Nederlandse staat. Daarnaast hebben ook vluchtelingkinderen recht op duidelijke informatie over de aard van de gezondheidsbedreiging, de risico’s en de noodzakelijke maatregelen, en vroegtijdig worden gewaarschuwd over mogelijke gevolgen.
De overheid moet alle nodige maatregelen nemen om de bescherming en veiligheid van kinderen met een beperking te waarborgen op grond van artikel 11 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Toegankelijkheid tot medische voorzieningen is één van de grondbeginselen genoemd in artikel 3 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en is als recht opgenomen in artikel 23 van het VN-kinderrechtenverdrag. De overheid moet passende maatregelen nemen om toegankelijkheid voor kinderen met een beperking op voet van gelijkheid met vluchtelingkinderen te garanderen.
Asielzoekerskinderen hebben net als alle kinderen in Nederland recht op onderwijs, ook ten tijde van het coronavirus. Omdat fysiek onderwijs niet meer kan worden gegeven vanwege de huidige coronamaatregelen van de Nederlandse overheid, moet er online toegang zijn tot onderwijs voor kinderen op een AZC of Gezinslocatie.
Defence for Children vindt dat AZC’s en gezinslocaties ervoor moeten zorgen dat er werkend Wifi is in zowel openbare ruimtes als in de woonunits. Scholen moeten ervoor zorgen dat er digitale lesstof beschikbaar is en moeten ouders ondersteunen bij het geven van thuisonderwijs aan de kinderen. Een handig overzicht voor online oplossingen voor leren op afstand is te vinden via de website van UNESCO.
Op sommige locaties werkt de WIFI onvoldoende of niet. Er wordt momenteel hard gewerkt om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen. Het COA inmiddels samen met de telecomaanbieder gestart met een uitbreiding van de bandbreedte en de wifi-capaciteit.
Veel scholen geven momenteel laptop/tablets in bruikleen aan kinderen die zelf geen laptop/tablet hebben. Informeer bij je school of je een laptop of tablet kunt lenen.
Kinderen kunnen met (inhoudelijke) vragen over onderwijs terecht bij de school. Leerkrachten proberen zoveel mogelijk in contact te blijven met de leerlingen. Met meer algemene vragen kunnen ze ook terecht bij het COA. Mocht je na contact met je school of met COA nog geen antwoord hebben op je vraag, dan kun je ook contact opnemen met de kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children.
Op grond van de Opvangrichtlijn hebben alleenstaande minderjarige niet alleen recht op opvang maar ook recht op extra voorzieningen in de opvang.
Met betrekking tot de leeftijdsvaststellingsprocedure geldt dat deze tijdelijk geen doorgang vindt. Kinderen die in afwachting zijn van hun leeftijdsbeoordeling, moeten toegang hebben tot passende noodopvang waar ze worden beschermd, toegang hebben tot passende basisvoorzieningen en internetverbinding hebben om hun eventuele opleiding online voort te kunnen zetten. Er dient tot het moment van de leeftijdsbeoordeling te worden uitgegaan van hun minderjarigheid.
Daarnaast geldt dat ook zittingen bij de rechtbanken die gaan over negatieve beslissingen over leeftijdsbeoordelingen voor onbepaalde tijd zijn uitgesteld. Defence for Children stelt zich op het standpunt dat alle alleenstaande minderjarige toegang moeten hebben tot adequate huisvesting, zorg en bescherming, ongeacht waar ze zich in de procedure bevinden (ook wanneer er een negatieve beslissing ligt waartegen beroep is aangetekend). Ook in deze gevallen dient er, tot het oordeel van de rechtbank over de leeftijdsbeoordeling, te worden uitgegaan van minderjarigheid.
Volgens de meest recente cijfers, die dateren uit 2016, werden in 2016 bijna 7.500 huishoudens afgesloten van het water.[1]
[1] https://eenvandaag.avrotros.nl/item/ruim-20000-huishoudens-afgesloten-van-drinkwater/ en
https://eenvandaag.avrotros.nl/fileadmin/user_upload/PDF/Overzicht_drinkwaterbedrijven_.pdf
Waterbedrijven controleren niet of het gaat om gezinnen met kinderen wanneer zij huishoudens afsluiten van het water. Het is dus niet bekend hoeveel gezinnen met kinderen per jaar worden afgesloten van het water.
Uit het VN-Kinderrechtenverdrag volgt dat bij de beslissing om een gezin met kinderen al dan niet van het water af te sluiten, het belang van het kind een eerste overweging moet zijn. Daarnaast heeft op basis van dit verdrag ieder kind een onvoorwaardelijk en zelfstandig recht op toegang tot zuiver drinkwater. Dit is onderdeel van het recht van het kind op gezondheid. Het recht van kinderen op water is zo'n belangrijk recht dat overheden ervoor moeten zorgen dat ieder kind de toegang tot zuiver drinkwater behoudt, ook als ouders de rekening niet kunnen betalen. Als de overheid dat niet doet, handelt zij in strijd met het VN-Kinderrechtenverdrag. Het is ook een schending van de mensenrechten, zoals beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarnaast, wanneer kinderen de toegang tot schoon drinkwater wordt ontzegd omdat hun ouders de rekening niet betalen, levert dat volgens mensenrechtenverdragen ontoelaatbare discriminatie op.
Toegang tot voldoende schoon drinkwater is een kinderrecht. Kinderen mogen op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag niet worden afgesloten als hun ouders de rekening niet betalen. Dat betekent inderdaad dat ook de ouders niet worden afgesloten. Tegelijkertijd, dat toegang tot voldoende schoon drinkwater een kinderrecht is, betekent niet dat water gratis moet zijn of dat de rekening van de ouders moet worden kwijtgescholden. De betaling en de levering zijn te splitsen. Een mogelijke oplossing zou dan ook zijn om de watervoorziening beschikbaar te houden in het geval dat er kinderen in het geding zijn, terwijl de vordering van het drinkwaterbedrijf op de ouders blijft bestaan. Dit gebeurt immers ook al bij kwetsbare consumenten met ernstige gezondheidsrisico’s die anders zouden worden afgesloten.
Nee, er zijn onvoldoende tappunten. En geen water uit de kraan betekent niet douchen, geen wc doortrekken. Ook is het vernederd en fysiek erg zwaar om iemand heen en weer te laten lopen met waterflessen. Water kopen is voor veel gezinnen geen optie: de meeste gezinnen die afgesloten worden zitten zo diep in de schulden of zijn anderszins zo kwetsbaar dat er geen geld is om losse flessen aan te schaffen.
Het recht van kinderen op water is zo'n belangrijk recht dat overheden ervoor moeten zorgen dat ieder kind de toegang tot zuiver drinkwater behoudt, ook als ouders de rekening niet kunnen betalen. Wanneer kinderen de toegang tot schoon drinkwater wordt ontzegd omdat hun ouders de rekening niet kunnen betalen, levert dit volgens het VN-Kinderrechtenverdrag ontoelaatbare discriminatie op.
Water is een basisbehoefte die essentieel is voor kinderen om te kunnen leven en om zich gezond te kunnen ontwikkelen. Dit wordt ook bevestigd door de Wereldgezondheidsorganisatie die aangeeft dat per persoon 50 tot 100 liter water per dag nodig is om te voldoen aan de basisbehoeften en om zeer ernstige gezondheidsproblemen te voorkomen. Wanneer kinderen worden afgesloten van het water omdat hun ouders de rekening niet betalen, zal dat onmiskenbaar een effect hebben op hun gezondheid en ontwikkeling.
Behalve de gezondheidsrisico’s die waterafsluiting meebrengt, heeft waterafsluiting nog meer gevolgen. Kinderen kunnen zich niet meer wassen in huis. Wassen gebeurt dus niet, tenzij buren een helpende hand bieden, of het gebeurt op straat of in de daklozenopvang. Ook koken wordt lastig, waardoor kinderen geen gekookt voedsel meer kunnen eten. Ook zal er bijna niet meer kunnen worden schoongemaakt in huis. De wc kan niet meer worden doorgespoeld. De urine en poep hopen zich dus op. De afsluiting heeft bovendien gevolgen op sociaal vlak. Kinderen nemen geen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis omdat zij zich schamen voor hun thuissituatie.
Op 1 juli 2018 is de gewijzigde Regeling afsluitbeleid kleinverbruikers (die vooral geldt voor consumenten) in werking getreden. Nieuw in de regeling is dat huishoudens die worden afgesloten van het water als zij hierom vragen een waterzak krijgen met 12 liter water per persoon, om de eerste vier dagen mee door te komen. Concreet betekent dit dat een kind dat is afgesloten van water toegang heeft tot 3 liter water per dag. Dit terwijl volgens de Wereldgezondheidsorganisatie ieder persoon per dag 50 tot 100 liter water nodig heeft om te voldoen aan de basisbehoeften en om zeer ernstige gezondheidsproblemen te voorkomen.
Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten maken zich zorgen om waterafsluitingen bij kinderen en over wat dit betekent voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Kinderen moeten vanwege hun kwetsbaarheid extra bescherming krijgen. Overheden dienen daarom het belang van het kind voorop te stellen bij het maken en uitvoeren van beleid. Het afsluiten van water bij gezinnen met kinderen is een schending van de rechten van het kind die zijn vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag, in het bijzonder het recht op toegang tot zuiver drinkwater en het recht om daarbij niet gediscrimineerd te worden op basis van het betaalgedrag van de ouders. Het is ook een schending van de mensenrechten van kinderen, zoals beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Wat zou u als ouder doen met een rantsoen van 12 liter water? Een babybadje vullen en flesvoeding aanmaken? Kind douchen? Vergeet het maar, dat kost al gauw 60 liter. Het toilet doorspoelen? Dat kost 6 liter water per keer. Na twee keer heb je dan niets meer over om thee te zetten (0,5 liter), een pan rijst te koken (1 liter) of een was te draaien (ruim 14 liter[1]). Deze gebruikscijfers zijn gemiddelden (bron: Waternet[2]).
[1] Vewin: https://www.vewin.nl/SiteCollectionDocuments/Publicaties/Kerngegevens%20drinkwater%202019.pdf
[2] https://www.waternet.nl/ons-water/drinkwater/gemiddeld-waterverbruik/
Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (hierna: de eisers) hebben zich meerde keren in hun contact met de overheid uitgelaten over hun zorgen over het afsluiten van water bij kinderen. Ook hebben zij, net als bijvoorbeeld de Kinderombudsman, kritiek geuit op het gebrek aan bescherming voor kinderen in de nieuwe Regeling afsluitbeleid kleinverbruikers.[1] Desondanks doet de overheid niets om kinderen te beschermen tegen afsluitingen en blijven waterbedrijven kinderen afsluiten van het water.
De eisers richten zich in de procedure tegen waterbedrijven Dunea en PWN, omdat we van deze waterbedrijven weten dat ze gezinnen met kinderen afsluiten. Daarnaast richten zij zich tegen de Staat, omdat de Staat met de regeling over het afsluiten van water de schending van kinder- en mensenrechten toestaat en mogelijk maakt. De procedure heeft als doel om waterafsluitingen te verbieden wanneer het gaat om een huishouden met kinderen. Het afsluiten van water is voor gezinnen met kinderen ingrijpend en risicovol en ontkent het recht op water van het kind. Kinderen hebben een zelfstandig recht op water en de toegang tot water mag hen niet ontzegd worden omdat hun ouders de rekening niet kunnen betalen.
[1] https://www.dekinderombudsman.nl/nieuws/oproep-sluit-kinderen-nooit-af-van-water en https://www.dekinderombudsman.nl/system/files/inline/2017.06.24ReactieKinderombudsmanophetvoorstelWijzigingvandeRegelingafsluitbeleidvoorkleinverbruikersvandrinkwater.pdf
Dit verschilt. Een deel van de mensen is ‘slechts’ afgesloten voor een aantal uur of een dag. Er zijn echter ook huishoudens die dagen, weken of maanden zijn afgesloten van het water. Zo hebben wij bijvoorbeeld contact gehad met een gezin met een jonge baby dat drie maanden afgesloten is geweest van het water.
Het afsluiten van gezinnen met kinderen van water is ingrijpend en risicovol. Het ontkent het recht van het kind op water. Daarom vragen wij de rechter te verbieden dat kinderen van het water kunnen worden afgesloten. Het is dan aan de overheid en de watermaatschappijen om te regelen dat het afsluiten van kinderen niet meer gebeurt.
Gemeente Capelle aan den IJssel heeft een convenant gesloten met Waterbedrijf Evides om waterafsluiting bij gezinnen met kinderen te beperken (2015): https://www.evides.nl/over-evides/nieuws/2015/convenant-om-afsluiting-van-drinkwater-bij-gezin-met-kinderen-te-voorkomen
In Arnhem is een soortgelijk project gestart in 2013 met waterbedrijf Vitens: https://arnhem.nieuws.nl/nieuws/20130930/arnhem-en-vitens-waterafsluiting-voorkomen/
Deze zaak wordt gevoerd op grond van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA). De dagvaarding is inmiddels verstuurd. Nadat de zaak is geregistreerd in het Centrale Register voor collectieve vorderingen, geldt een wachttermijn van drie maanden. Tijdens deze wachttermijn kunnen andere belangenorganisaties een gelijksoortige collectieve vordering instellen. De wachttermijn kan met maximaal drie maanden worden verlengd.
Na afloop van de wachttermijn wordt de zaak voortgezet en wijst de rechter de Exclusieve Belangenbehartiger aan. Indien meerdere belangenbehartigers een gelijksoortige collectieve actie aanhangig hebben gemaakt, wijst de rechter in principe één van hen aan als Exclusieve Belangenbehartiger in de procedure. De rechter kan echter ook twee of meer belangenbehartigers aanwijzen als co-Exclusieve Belangenbehartigers.
Daarna kunnen de Staat, Dunea en PWN schriftelijk reageren op de dagvaarding. Vervolgens zal een zitting worden gepland door de rechtbank. Tijdens de zitting luistert de rechter naar de standpunten van alle partijen en kunnen ook vragen aan partijen worden gesteld door de rechter. Na de zitting zal de rechter gaan nadenken over alles wat is geschreven en gezegd. Tot slot volgt dan de uitspraak.
De zittingsdatum en de datum waarop uitspraak wordt gedaan, zijn nog onbekend. Zodra die bekend worden, zullen we dat bekendmaken op de websites van Defence for Children en het PILP-NJCM.
Als we de rechtszaak winnen, dan mogen kinderen niet meer van het water worden afgesloten. Dat betekent dat de overheid en Dunea en PWN zullen moeten regelen dat dit niet langer gebeurt. Dit betekent ook dat alle andere Nederlandse waterbedrijven hun werkwijze moeten aanpassen om kinderen niet van het water af te sluiten.
Het is in omringende landen zoals bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk verboden om gezinnen met kinderen van het water af te sluiten. Het is zelfs zo dat geen enkel huishouden, ook als er geen kinderen wonen, van het water mag worden afgesloten.