Scroll down

Alternate Text
News banner

Twintig gezinnen krijgen alsnog Kinderpardonvergunning na motie over gelijkheidsbeginsel

De staatssecretaris heeft na een beleidswijziging aan de Afsluitingsregeling van het Kinderpardon ongeveer 20 gezinnen alsnog een verblijfsvergunning verleend. In december 2021 nam de Tweede Kamer een motie aan van Kamerlid Jasper van Dijk waarin de staatssecretaris werd opgeroepen een einde te maken aan de ongelijke behandeling van kinderen en hun ouders die een verblijfsvergunning hadden aangevraagd op grond van de Afsluitingsregeling van het Kinderpardon. Sommige kinderen werden afgewezen, omdat zij geboren waren na de asielprocedure van hun ouders, terwijl andere kinderen die ook na de asielprocedure van hun ouders geboren werden wél een verblijfsvergunning kregen.

In maart van dit jaar schreef de staatssecretaris aan de Tweede Kamer dat hij naar aanleiding van de motie het beleid van de Regeling had veranderd: een kind kon niet meer worden afgewezen als het geboren was na de asielprocedure van zijn of haar ouders. Daarom zou de staatssecretaris tientallen zaken van kinderen die eerst afgewezen waren opnieuw gaan bekijken aan de hand van het nieuwe beleid. In de afgelopen maanden heeft die herbeoordeling plaatsgevonden. Nu blijkt dat ongeveer 20 gezinnen hierdoor toch in Nederland mogen blijven. Dat is heel goed nieuws voor deze kinderen.

Waar ging de motie over?

Bij de beoordeling van aanvragen op grond van de Afsluitingsregeling is in sommige gevallen sprake geweest van willekeur. Dat was bijvoorbeeld zo bij kinderen die werden afgewezen omdat zij geboren waren na afloop van de asielprocedure van hun ouders.

Een van de voorwaarden van het Kinderpardon is dat een kind asiel heeft aangevraagd en daarna ten minste vijf jaar als minderjarige in Nederland heeft verbleven, dus voor zijn of haar achttiende verjaardag. Een kind mag volgens de Regeling wel geboren zijn na de stárt van de asielprocedure van de ouders, maar wanneer die procedure al helemaal was afgerond toen het kind geboren werd dan wordt niet aan deze voorwaarde voldaan, omdat het kind dan zelf geen onderdeel is geweest van de asielprocedure.

Ondanks dat dit officieel het beleid was, kregen meerdere kinderen die geboren werden na afloop van de asielprocedure van de ouders in de praktijk tóch een verblijfsvergunning. In totaal gebeurde dat negen keer. Van vier zaken waarbij wel een vergunning werd verleend, heeft de staatssecretaris gezegd dat het een ambtelijke misslag was, een foutje dus.

Over de vijf andere gevallen zegt de staatssecretaris dat die kinderen een vergunning hebben gekregen omdat hun ouders – of hun advocaten – na de geboorte van het kind een specifiek formulier aan de IND hadden gestuurd waarmee ze de IND informeerden over de geboorte van hun kind. Dit formulier heet M35-K. Maar dat formulier verandert niets aan het feit dat ook die kinderen na de asielprocedure van de ouder(s) geboren werden.

Bovendien zijn die formulieren niet bedoeld om in te dienen als de ouder niet meer in een asielprocedure zit en hebben ze daarom geen enkel rechtsgevolg. Dit betekent dat het formulier geen waarde heeft en daarom niet het verschil zou mogen maken in een procedure over het kinderpardon. Toen de staatssecretaris hier Kamervragen over kreeg, is dit feit ook erkend. Daarom diende Kamerlid Van Dijk de motie in waarin hij de staatssecretaris vroeg om geen onderscheid meer te maken op basis van een formulier waarvan hij zelf erkende dat het geen enkele waarde heeft. De motie werd met een overtuigende meerderheid door de Kamer aangenomen.

Daarna heeft de staatssecretaris het beleid zo gewijzigd dat kinderen die zelf geen asielaanvraag hebben gedaan, maar van wie de ouders voor hun geboorte wel een asielprocedure hebben gehad, ook aan de regeling voldoen. En dat betekende dus goed nieuws voor twintig gezinnen.

Succes

De Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de motie die tot de beleidswijziging heeft geleid. Het overzicht over vele Kinderpardonzaken door de jaren heen zorgde ervoor dat vergelijkbare zaken werden geïdentificeerd en de ongelijke behandeling in deze zaken werd gesignaleerd. Dit argument werd vervolgens ingebracht in individuele procedures van benadeelde kinderen. Defence for Children heeft ook in de media toelichting gegeven op de ongelijke behandeling van kinderen die zich in een juridisch identieke situatie bevonden. Nadat hierover eerst Kamervragen zijn gesteld en er vervolgens een motie werd ingediend en aangenomen, heeft dit uiteindelijk geresulteerd in een beleidswijziging en verblijfsvergunningen voor twintig kinderen, hun broertjes en zusjes en hun ouders.   

Meer informatie:

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Campagne ‘Ze zijn al Thuis‘ wint Hoogvlieger Award 2023

De campagne ‘Ze zijn al Thuis’ heeft de Hoogvlieger Award van het Expertise Centre Humanitarian Communication gewonnen. …


Lees meer

Defence for Children bouwt ‘wachtkamer’ voor gewortelde kinderen

Met een immense wachtkamer op het grasveld tegenover de Tweede Kamer vraagt Defence for Children op 12 april aandacht vo…


Lees meer

Defence for Children wil oplossing voor gewortelde kinderen zonder verblijfsvergunning

Defence for Children start vandaag een nieuwe campagne Ze zijn al thuis om aandacht te vragen voor in Nederland gewortel…


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee