Ongekend onrecht voor asiel- en migrantenkinderen
Op de kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children zien wij veel kinderen die slachtoffer zijn van een rigide en onrechtvaardig systeem. In procedures over verblijfsrecht van kinderen wordt niet of nauwelijks naar hun belangen gekeken. Als de belangen van een individueel kind al naar voren komen in een besluit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dan moeten deze belangen het vaak afleggen tegen een algemeen belang van een restrictief migratiebeleid. De rechter heeft vervolgens weinig mogelijkheden om de overheid te toetsen. Meer dan eens worden kinderen hierdoor beschadigd of ernstig in hun ontwikkeling bedreigd.
Door een rigide en uiterst formalistische opstelling van overheidsorganen zien we onnodig lange procedures, kinderen die worden teruggestuurd naar landen waar ze nog nooit geweest zijn en kinderen die worden geschaad in hun ontwikkeling of steeds verder in de put komen te zitten.
Beschadiging van kinderen
Afgelopen zomer werd Nederland opgeschrikt door de dood van de Syrische jongen Ali (13). In zijn procedure is keer op keer gewaarschuwd dat de psychische gesteldheid van Ali grote zorgen baart. De IND blijft keer op keer vasthouden aan het standpunt dat de dienst op grond van het beleid formeel niet verplicht is om in de asielprocedure de psychische gesteldheid van Ali te onderzoeken.
Hierin werd de uitvoeringsinstantie gesteund door de hoogste rechter de Raad van State die dit oordeel op formele gronden in stand liet.
Ervaringen op de Kinderrechtenhelpdesk
De situatie van Ali staat niet op zichzelf. Onlangs constateerde het Europese Hof van Justitie nog dat het Nederlandse beleid voor alleenstaande vluchtelingenkinderen ertoe leidt dat ‘kinderen in een situatie van grote onzekerheid terecht komen met betrekking tot hun juridische status en toekomst, zoals opleiding, band met pleeggezin of de mogelijkheid om in het desbetreffende land te blijven.‘