Scroll down
Denk je bij Thailand aan wuivende palmen op witte stranden, heerlijk eten en een vriendelijke bevolking? Je bent niet de enige! Het aantal toeristen is de laatste tien jaar meer dan verdubbeld. Dit zorgt voor goede inkomsten en meer welvaart maar heeft ook een schaduwzijde: groei van het aantal kinderen dat slachtoffer is van seksuele uitbuiting. Fotografe Marieke van der Velden bezocht twee opvanghuizen voor slachtoffers van seksuele uitbuiting.
Ze luisterde naar de jongeren wat het voor hen betekent om met hulp weer een perspectief te krijgen op de toekomst. Wie tekenen zij als evenbeeld van zichzelf? Met de veiligheid van het masker laten zij een tip van de sluier van zichzelf zien.
Beem (13): "Mijn gezicht lijkt op een van de slangen van de hindoe god Shiva. Maar ook op Mia Jan, een manga karakter, een monster. Ik heb zelf ook verschillende persoonlijkheden: ik ben een monster als ik vecht, maar ik kan ook heel lief zijn." Beem woont samen met zes broers en zussen bij haar opa. Door gebrek aan geld en eten besluit ze weg te lopen en belandt op straat. Als twaalfjarige wordt ze daar regelmatig seksueel misbruikt. Een man biedt haar onderdak in ruil voor seks met oudere mannen. Via een vriendin hoort ze van het opvanghuis en vraagt om hulp. Beem is nu een regelmatige gast. Ze werkt in de foodtruck van het opvanghuis en hoopt op een dag haar eigen bedrijf te runnen.
Mo (22): "Dit ben ik met mijn knotje en een dichte mond omdat ik mijn tanden niet mooi vind." Mo, geboren als jongen, voelt zich al haar hele leven een meisje. Haar familie accepteert haar niet en ze vlucht de straat op. Ze ontmoet een man die haar in ruil voor geld drie jaar lang misbruikt, totdat ze ontdekt wordt door een sociaal werker. Na veel bezoek aan het opvanghuis, volgt zij nu een studie en werkt in een koffiebar. ‘Ik heb nu weer uitzicht op de toekomst’, aldus Mo.
Som (16): "Ik heb helemaal geen zin om mijn eigen gezicht te tekenen. Ik maak liever abstracte kunst. Met een beugel, want beugels zijn cool!" Som heeft van jongs af aan op straat geleefd en is als zesjarige door de overheid naar een opvanghuis gestuurd. Daar is ze op haar twaalfde weggelopen om haar moeder te zoeken. Ze komt op straat terecht en wordt regelmatig seksueel misbruikt. Ze krijgt een vriendin die drugsdealer blijkt te zijn. Ze werken samen totdat ze worden opgepakt door de politie. Dan komt ze in contact met het opvanghuis. Ze gaat nu naar school en wil naar de middelbare school. Som’s droom? Een eigen huis!
Fon (20): "Mijn masker visualiseert mijn droom. Een eigen huis buiten Bangkok zonder herrie. In dit huis wil ik wonen met mijn drie kinderen en mijn man, als hij weer uit de gevangenis is." Fon heeft een gewelddadige vader. Als haar moeder voor de thuissituatie vlucht, vertrekt Fon ook. Ze wordt op straat seksueel misbruikt en raakt zwanger van haar eerste kind als ze veertien is. Om inkomsten te genereren, blijft ze ook tijdens de zwangerschap mannen ontmoeten. Fon heeft HIV en is inmiddels zwanger van haar derde kind. Dankzij het opvangcentrum volgt ze een studie en krijgt ze hulp hoe het moederschap goed in te vullen.
Kite (13): "Mijn tekening is Doreamon. Een kat uit de toekomstige wereld die Nobita, een kind dat gepest wordt, beschermt. Op zijn hoofd heeft hij een propeller die ik zelf ook graag zou willen hebben. Dan kun je vliegen en hoef je nergens aan te denken."Als Kite tien is vertrekt haar moeder naar Bangkok en laat haar achter bij haar oma. Ze mist haar moeder en gaat een jaar later naar haar op zoek. Die wil niet voor haar zorgen en Kite belandt op straat. Daar ontmoet ze een jongen die haar exploiteert in de sekshandel in ruil voor eten en geld. Ze is nu zwanger en is via een vriendin in het opvanghuis gekomen. Daar zorgen ze er nu voor dat ze veilig een kindje ter wereld kan brengen.
Phed (13): "Ik wil mijn eigen gezicht niet tekenen, maar wel Godzilla want dat kan ik goed. Ik hou heel erg van tekenen, en ook van de wapens die Godzilla nodig heeft om te vechten." Phed groeit op met een vader die regelmatig vrouwen naar huis meeneemt. Als Phed seksueel misplaatst gedrag op school vertoont, wordt er besloten dat hij niet meer bij zijn vader kan wonen. Hij wordt in het opvanghuis geplaatst. Daar blijkt dat hij ook seksueel misbruikt is. Hij is agressief en moet erg wennen aan de nieuwe omgeving. Nu gaat het goed en geniet hij van school. “Later wil ik scheepstimmerman worden.”
Mo (14): "Ik vind mijn gezicht maar mislukt want ik lijk er niet op. De gladiator haarband vind ik wel mooi." Op achtjarige leeftijd verhuist Mo met zijn ouders naar Bangkok. Daar zitten hij en zijn broer hele dagen thuis zonder eten, terwijl hun ouders werken. Die besluiten dat ze niet meer voor de jongens kunnen zorgen en zo komen de broers terecht in het opvanghuis. Daar doet Mo het erg goed op school en is reuze behulpzaam. Zijn broer werkt inmiddels en bezoekt hem regelmatig. Van zijn ouders heeft hij nooit meer wat gehoord.
Heng (12): "Met dit zelfverzonnen gezicht ben ik heel sterk. Ik heb vuurkracht. Ik ben hoofd van een gangsterbende met een beugel want die zijn cool." Samen met zijn broertje en moeder komt Heng uit Cambodja naar Thailand. Illegaal. Hij wordt gedwongen om te bedelen en belandt in de sekshandel op straat. Als zijn moeder wordt gearresteerd komt hij in het opvanghuis terecht. Daar kan hij eerst moeilijk wennen aan de discipline. Een school heeft hij nooit gezien. Nu volgt hij lessen, speelt buiten en kan weer kind zijn.
Peak (13): "Mijn gezicht is geïnspireerd op de Thaise voetbaljongens die vast zaten in de grot. Dat vond ik heel indrukwekkend. De lotusbloemen brengen vrolijkheid, die vind ik heel mooi. Het liefst zou ik er mijn hobby - groente telen - in verwerken, maar ik wist niet hoe." Als Peak twaalf is gaat hij richting de kust om werk te zoeken zodat hij zijn ouders financieel kan helpen. Via via komt hij in contact met een buitenlandse restauranteigenaar die hem een baan geeft. Peak wordt regelmatig door de man seksueel misbruikt en hij wil het liefst vluchten. Maar zonder onderdak, eten en geld lukt dat niet. Hij wordt gered en komt in het opvanghuis. Daar geniet hij van school, voetballen en tuinieren.
Mai (13): "Ik ben graag de leider dus heb ik mijzelf als Ramayana reus getekend. De snee op mijn wang vind ik er heel cool uit zien, want echte vechters hebben dat." Als zijn vader hertrouwt, wil hij niet meer voor Mai zorgen. Via de overheid komt hij in het opvanghuis. Daar blijkt dat Mai, toen hij tien was, seksueel misbruikt is. Hij herstelt langzaam van zijn trauma en gaat nu naar school.
Tas (14): "Ik teken mijn eigen gezicht niet, maar wel een Japans Kabuki monster, dat is deels een god en deels een duivel. Ik vind het zo mooi." Als je door huiselijk geweld liever op straat leeft, loop je het risico de verkeerde mensen tegen het lijf te lopen. Slechts elf jaar is Tas als hij wordt benaderd door een tussenpersoon die hij op het strand leert kennen. Hij wordt voorgesteld aan een buitenlander die Tas misbruikt. Omdat de oom waar hij woont uiteindelijk niet meer voor hem wil zorgen, komt hij in contact met het opvanghuis. Daar woont hij nu drie jaar en herstelt langzaam van zijn traumatische ervaringen.
Bon (12): "Ik heb mijn gezicht getekend met een heilige tattoo tussen mijn ogen, dat vind ik zo mooi. En lange tanden om te bijten als het nodig is." Als Bon tien is wordt hij gedwongen het huis te verlaten omdat zijn stiefvader niet met hem overweg kan. Struinend op straat komt hij in contact met een man die hem geld biedt in ruil voor het verrichten van seksuele handelingen. Dit gebeurt regelmatig totdat hij in aanraking komt met het opvanghuis. Daar is hij een echte vechtersbaas. Maanden later gaat het beter. Bon is slim, doet het goed op school en houdt van voetballen en skateboarden.
Leo (8): "Ik kon niks verzinnen om te tekenen.’ Leo leeft samen met zijn broer Heng en zijn moeder op straat. Hij bedelt en loopt grote kans om seksueel misbruikt te worden. Als Leo acht is wordt zijn moeder opgepakt voor kinderhandel. Hij komt samen met zijn broer Heng in het opvanghuis terecht. Leo mist zijn moeder maar is blij in de opvang: “Later wil ik dokter worden, dan kan ik mijn mama helpen als ze zich ziek voelt.”
Ta (12): "Mijn masker is een fantasiegezicht met grote tanden om anderen te kunnen bijten als ze me willen pakken." Ta is slachtoffer van mensenhandel. Al van jongs af aan zwerft hij met zijn moeder en zus door de stad op zoek naar een veilige plek om te slapen. Ze ontmoeten een vrouw, die hen en andere kinderen dwingt om te bedelen. Of Ta in die tijd ook seksueel misbruikt is, is niet duidelijk. Ta woont al weer enige tijd in het opvanghuis en is nu een vrolijk kind dat dol is op voetbal.
Fah (15): "Mijn masker is gecompliceerd. Van de buitenkant lijk ik misschien heel rauw, maar van binnen ben ik lief en zorgzaam. De ster staat voor het licht wat binnen in mij schijnt." Fah blijft alleen achter als haar vader naar de gevangenis moet. Zwervend op straat ontmoet ze een jongen die haar meerdere keren verkoopt aan klanten. Als ze dertien is raakt Fah zwanger. Ze komt in het opvanghuis en krijgt een gezonde zoon. Regelmatig is ze in het opvanghuis, werkt daar aan haar studie en verkoopt streetfood om geld te verdienen. Ze hoopt op een dag ontdekt te worden als model.
Got (15): "Ik maak een kleurig varkensmasker, gewoon omdat ik dat leuk vind. Ooit wil ik graag hip-hop dansen in Korea. Daarom heb ik de Koreaanse vlag op mijn wang getekend." Got groeit op in de sloppenwijken van Bangkok. Zijn ouders zijn altijd weg en zijn opa zorgt voor hem. Geld om naar school te gaan is er niet, dus Got moet werken. Als hij dertien is, loopt hij weg en komt terecht in een wijk die bekend staat om seksuele uitbuiting van kinderen. Via een vriend klopt Got aan bij het opvanghuis voor hulp. Met de hulp van de opvang gaat Got voor het eerst naar school. Hij volgt ook danslessen, zijn echte passie.
In de Down to Zero alliantie werken Terre des Hommes, Plan International Nederland, Defence for Children – ECPAT, Free a Girl, ICCO Cooperation en het ministerie van Buitenlandse Zaken samen om commerciële seksuele uitbuiting in elf landen in Azië en Latijns-Amerika uit te bannen in 2020. Fotografe Marieke van der Velden ging voor hen op pad en maakte deze indrukwekkende fotoreportage.