Scroll down

Alternate Text
News banner

Kinderombudsman: Ziekenhuis en ministerie van Justitie en Veiligheid schonden rechten doof kind

Kinderombudsman Margrite Kalverboer roept op om de kloof tussen de gezondheidszorg en het vreemdelingenrecht snel te dichten. Aanleiding is een Afghaans meisje in Nederland dat vanwege haar doofheid gehoorimplantaten had moeten krijgen, maar deze niet ontving omdat ze geen verblijfsvergunning had. “Dit soort schendingen met grote gevolgen voor de gezondheid en ontwikkeling mogen een ander kind nooit meer overkomen,” zo oordeelt de Kinderombudsvrouw in het vandaag verschenen rapport ‘Waar geen wil is, is geen weg´ over het Afghaanse meisje Kalma dat in Nederland niet de medische behandeling kreeg die zij nodig had.

Klachten gegrond

De klachten die door de advocaat van Kalma werden ingediend verklaart de Kinderombudsvrouw na uitvoerig onderzoek gegrond. Zij roept medisch professionals en professionals uit de vreemdelingenrechtelijke keten op om te komen tot een richtlijn voor de medische behandeling van minderjarige vreemdelingen die hun recht op ontwikkeling en de best mogelijke gezondheidszorg waarborgt, ongeacht de verblijfsrechtelijke status.

Geen implantaten

Kalma vlucht op eenjarige leeftijd samen met haar ouders uit Afghanistan naar Nederland. Hier komen haar ouders erachter dat Kalma doof is. Uit onderzoek bij het Universitair Medisch Centrum Groningen blijkt dat zij geschikt is om gehoorimplantaten te krijgen waarmee zij zou kunnen leren horen en spreken. Een kind heeft het meeste baat bij deze cochleair implantaten wanneer ze zo jong mogelijk worden geïmplanteerd. Omdat Kalma op dat moment geen verblijfsstatus heeft en de implantaten niet voor vergoeding in aanmerking komen, besluit het ziekenhuis in 2014 om ze haar niet te geven. Twee jaar later voegt het ziekenhuis hieraan toe dat het plaatsen van de implantaten een risico voor Kalma met zich mee zou brengen omdat de nazorg door haar onzekere verblijfssituatie en mogelijke uitzetting naar Afghanistan niet gegarandeerd zou zijn.

De ouders vragen het ministerie van Justitie en Veiligheid om de kosten van de cochleaire implantaten te vergoeden, maar dit verzoek wordt afgewezen omdat het ministerie zich hiertoe niet verplicht acht. Uit een interne notitie van het ministerie blijkt dat het ministerie in deze zaak ook nadrukkelijk heeft gehandeld vanuit haar belang bij de handhaving van een strikt migratiebeleid:

Door plaatsing zou Kalma de facto gebonden zijn aan NL en dat ws levenslang en dit zou welhaast nopen tot een verblijfsvergunning obv discretionaire bevoegdheid. Een dergelijke verblijfsvergunningsverlening zou echter naar verwacht een precedentwerking hebben en wordt dezerzijds dan ook ontraden.” 

Geen oplossing

Zowel het ziekenhuis als het ministerie van Justitie en Veiligheid hebben verzuimd te handelen in het belang van Kalma door niet met elkaar in overleg te treden over de vraag wat voor haar het beste zou zijn. In plaats daarvan hebben zij de eigen belangen vooropgesteld. Als gevolg daarvan had Kalma op zesjarige leeftijd nog altijd geen cochleair implantaten. Ook toen de Kinderombudsvrouw naar aanleiding van de klachten van de advocaat in 2017 het UMCG en het ministerie van Veiligheid en Justitie uitnodigde voor een gesprek en de partijen vroeg om in het belang van Kalma tot een oplossing te komen, bleef die oplossing uit.

In 2018 kregen Kalma en haar ouders alsnog een verblijfsvergunning in Nederland en aan het einde van dat jaar heeft Kalma één implantaat gekregen. Zij was inmiddels te oud om direct twee implantaten te krijgen en het is uiterst onzeker of zij nog goed genoeg zal kunnen leren horen en spreken.

Stuitend

Martin Vegter, jurist bij Defence for Children: “Wij kennen Kalma en haar familie al jaren. We hebben het gezin via de Kinderrechtenhelpdesk jarenlang bijgestaan in zowel de juridische als ook de  medische procedures. Op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag heeft namelijk ieder kind het recht op de best mogelijke gezondheidszorg. Dat geldt dus ook voor kinderen die in Nederland geen verblijfsvergunning hebben. Het is de overheid niet toegestaan daarin een onderscheid te maken. Dat is in het geval van Kalma ten onrechte wel gebeurd. Elk ander kind in Nederland zou onder dezelfde medische omstandigheden immers wel direct een cochleair implantaat hebben gekregen. Het is stuitend dat het ministerie van Justitie van Veiligheid zich in een zo uitzonderlijk geval als dat van Kalma door een gestelde precedentwerking laat leiden en op basis daarvan weigert tot een oplossing te komen. Defence for Children onderschrijft de niet mis te verstane conclusies van de Kinderombudsman in deze zaak en steunt haar oproep aan de partijen om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst nooit meer kan gebeuren.”  

Meer informatie:

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Defence for Children: jeugdzorgplicht gemeentes onmogelijk in gezinslocaties

Uit nieuw onderzoek van Defence for Children blijkt dat de ontwikkeling van kinderen in gezinslocaties ernstig wordt ges…


Lees meer

Vier inspecties slaan alarm over slechte asielopvang kinderen

Niet eerder sloegen vier inspecties, de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd, de Onder…


Lees meer

Stop de schadelijke verplaatsingen van kinderen

Voorafgaand aan het commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid op 30 maart sturen nu ook professionals uit Jeugdgezond…


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee