In Albanië en Kosovo vonden deze week rondetafelgesprekken plaats over het organiseren van jeugdhulp voor minderjarigen die vanwege delinquent gedrag in aanraking komen met justitie. De aanleiding voor dit evenement was de lancering van een nationaal onderzoeksrapport over dit onderwerp. Bij het evenement waren belangrijke vertegenwoordigers aanwezig vanuit het hele veld. Zowel professionals die rechtstreeks werken met de kinderen, als beleidsmakers, juristen en politici waren aanwezig. In beide landen verzorgde de verantwoordelijk staatssecretaris een inleiding en onderstreepte de Nederlandse ambassadeur het belang van het versterken van de rechten van deze groep kinderen.

Ytje Hokwerda van Defence for Children: “In beide landen is het draagvlak om de rechten van kinderen beter te beschermen groot. Dat is terug te zien aan de hoeveelheid mensen die aanwezig waren en hun achtergrond: van staatssecretaris tot jeugdhulpprofessional tot beleidsmaker. Er werd niet alleen stilgestaan bij de nationale situatie maar ook ervaring uitgewisseld met Nederland over hoe we kinderen beter kunnen beschermen, zodat kinderen kunnen leren van hun fouten, de hulp krijgen die ze nodig hebben en een betere toekomst tegemoet kunnen gaan.”

Jeugdbescherming voor kinderen in het strafrecht

Het nationaal rapport is onderdeel van het project ‘Child protection system strengthening for children in conflict with the law’ dat met financiering van het ministerie van Buitenlandse Zaken plaatsvindt in vier landen: Oekraïne, Kosovo, Albanië en Georgië. Binnen alle projecten staat het uitgangspunt van een geïntegreerd jeugdbeschermingssysteem voor kinderen die met het strafrecht in aanraking komen centraal. Daarbinnen wordt op maat gewerkt aan een thema waar in het betreffende land in het bijzonder behoefte is.

In het project werkt Defence for Children – ECPAT in ieder land samen met een lokale partnerorganisatie. In Kosovo en Albanië is dat Terre des Hommes. Daarnaast zijn in Nederland voor het werk in Kosovo en Albanië onder andere de Raad voor de Kinderbescherming en de Universiteit Leiden betrokken.

Jaloers op Albanië en Kosovo

Goos Cardol, juridisch adviseur bij de Raad voor de Kinderbescherming nam deel aan beide bijeenkomsten.“Beide landen hebben een jeugdstrafrechtwet waar wij jaloers op kunnen zijn als het gaat om de manier waarop kinderrechten verankerd zijn. Belangrijke beginselen uit het VN-Kinderrechtenverdrag zijn passend bij de context van hun land en op heldere wijze opgenomen in de wet.”

Speciale aandacht voor jonge kinderen

In Albanië en Kosovo gaat de aandacht in het bijzonder uit naar kinderen die strafbare feiten plegen maar vanwege hun jonge leeftijd (jonger dan 14) nog niet strafrechtelijk verantwoordelijk zijn. Dat betekent dat deze kinderen niet vervolgd en veroordeeld kunnen worden. Wel hebben deze kinderen vaak hulp nodig. In beide landen wil men deze kinderen beter gaan beschermen en de nodige hulp bieden. Hiertoe zijn in nieuwe wetgeving belangrijke stappen gezet. Via lagere regelgeving en trainingen moet dit in de praktijk vorm krijgen en worden geïmplementeerd. Daarom werken Defence for Children, Terre des Hommes, relevante overheidsorganisaties en praktijkprofessionals samen om de kinderbescherming te versterken voor kinderen die in aanraking komen met politie en justitie in Albanië en Kosovo.

Meer informatie

Lees meer over het project MATRA
Lees meer over jeugdstrafrecht

Credits foto: @Tdh / Grace Medina- Albania