Verhoog strafrechtelijke minimumleeftijd naar veertien jaar
Op 20 december heeft de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) de regering geadviseerd om de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid van 12 naar minstens 14 en maximaal 16 jaar te verhogen. De RSJ stelt dat de (door)ontwikkeling van een effectieve jeugdketen en het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdhulp daarbij een voorwaarde is. Defence for Children onderschrijft het advies, ook het VN-Kinderrechtencomité heeft herhaaldelijk gezegd dat de leeftijdsgrens idealiter minstens op veertien jaar ligt.
Het advies van de RSJ is gebaseerd op drie hoofdbevindingen:
- Nederland is gebonden aan het VN-Kinderrechtenverdrag.
- Een jeugdige komt pas in aanmerking om strafrechtelijk vervolgd te worden als hij competent en capabel is om de consequenties van eigen handelen te overzien.
- Om tot een algemeen geldende minimumleeftijd te komen, moet de leeftijd worden gehanteerd waarop een jeugdige snapt wat er in het strafrechtelijk proces gebeurt.
Vergeleken met andere landen blijkt dat Nederland met de leeftijd van 12 jaar onder het Europees gemiddelde zit. Gekeken naar achttien andere Europese landen blijkt alleen Engeland een lagere leeftijd te hanteren. Voor de meeste jongeren geldt dat zij pas vanaf hun veertiende snappen wat er gebeurt in een strafrechtelijk proces. De inzet van kwalitatief goede jeugdhulp zal op deze leeftijd ook effectiever zijn, zodat delicten in de toekomst voorkomen kunnen worden.
Defence for Children onderschrijft het advies en pleit met de RSJ voor een verhoging van de leeftijd voor strafrechtelijk aansprakelijkheid. Daarbij is het van groot belang dat minderjarigen van 12 en 13 jaar niet meer strafrechtelijke worden vervolgd en dat zij niet meer in een justitiële jeugdinrichting kunnen worden geplaatst. Om passende hulp te bieden aan 12 en 13 jarigen die strafbare feiten plegen is een investering nodig in de jeugdhulpketen om de kwaliteit te verbeteren.