Scroll down

Alternate Text
News banner

Onderzoek naar voorlopige hechtenis minderjarigen

Op 27 november is het WODC rapport over voorlopige hechtenis van jeugdigen verschenen. De onderzoekers van de universiteit Leiden, die dit onderzoek hebben uitgevoerd, hebben gekeken naar de redenen voor voorlopige hechtenis en de kenmerken van verdachten. Met als doel passende alternatieven te ontwikkelen voor de voorlopige hechtenis van jeugdigen. Uit het onderzoek blijkt dat er veel verbetering nodig is als het gaat om de rechtspositie en gelijke behandeling van minderjarige verdachten. In 2017 zat 76% van het aantal minderjarigen in de justitiële jeugdinrichtingen in voorlopige hechtenis. Defence for Children ziet met dit rapport mogelijkheden om dit aantal flink terug te brengen en te investeren in alternatieven, zoals het VN-Kinderrechtenverdrag ook voorschrijft.

De onderzoekers hebben 250 dossiers van minderjarigen bestudeerd die in bewaring zijn gesteld en voor de rechter commissaris zijn geleid. De onderzoekers constateren onder meer dat:

  • Nachtdetentie of thuisdetentie zelden wordt toegepast.  
  • De schorsing onder voorwaarden veelvuldig wordt toegepast.
  • Jeugdige verdachten met een (mogelijke) verstandelijke beperking, jeugdigen die niet naar school gaan, jeugdigen met een niet-Nederlandse achtergrond en first offenders een kleinere kans op schorsing hebben.
  • Jeugdigen bij wie er een kans is op recidivegevaar, of die een negatieve houding hebben t.a.v. hulpverlening maken minder kans te worden geschorst.  
  • De rechter commissaris zich bij de beoordeling van het schorsingsverzoek sterk laat leiden door het standpunt van het Openbaar Ministerie en het advies omtrent schorsing van de Raad voor de Kinderbescherming.
  • De rechter commissaris niet overgaat tot schorsing als dit niet door een raadsman is verzocht.

Verder blijkt dat:

  • Ruim een op de tien minderjarige verdachten in voorlopige hechtenis uiteindelijk niet wordt veroordeeld. In deze zaken volgt een vrijspraak of sepot. 
  • De kans zeer klein is dat een jeugdige die niet in voorlopige hechtenis heeft gezeten wordt veroordeeld tot een vrijheidsstraf.
  • Er een sterk verband is tussen de duur van de voorlopige hechtenis en de uiteindelijke straftoemeting.

Defence for Children onderschrijft de conclusie van de onderzoekers om te investeren in alternatieven voor de groep minderjarigen die nu niet voor schorsing in aanmerking komt. Daarmee wordt beter voldaan aan de uitgangspunten van het VN-Kinderrechtenverdrag. Er is volgens Defence for Children landelijk beleid nodig om alternatieven zoals nachtdetentie, thuisdetentie, kleinschalige voorzieningen, educatieve programma’s, passende dagbestedingsprogramma’s en elektronisch toezicht vaker toe te passen.

Meer informatie:

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Noodklok: Justitiele jeugdinrichtingen nemen onverantwoorde risico’s

Vier inspecties publiceerden op 10 november 2022 een kritisch rapport. Conclusie: de justitiële jeugdinrichtingen kunnen…


Lees meer

Oproep Raad voor de Kinderbescherming: Afschaffen volwassenstrafrecht voor minderjarigen

De Raad voor de Kinderbescherming deed onlangs een oproep aan de politiek om het wetsartikel dat het mogelijk maakt om 1…


Lees meer

Tijdelijke regeling gratis rechtsbijstand voor niet-gearresteerde minderjarige verdachten

Met ingang van 7 april 2022 hebben niet-aangehouden minderjarige verdachten die op het politiebureau worden uitgenodigd …


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee