Scroll down

Alternate Text
News banner

Reactie op Eerste evaluatie Jeugdwet

Op 30 januari is de Eerste evaluatie Jeugdwet aangeboden aan minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, minister Dekker minister voor Rechtsbescherming en wethouder Eerenberg namens de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Uit de evaluatie blijkt dat gemeenten en uitvoerders sinds de transitie hard werken aan de toegang en kwaliteit van de jeugdhulp, maar dat de beoogde transformatie nog altijd uitblijft. Defence for Children beaamt dit en constateert dat de rechten van het kind in de jeugdhulp nog onvoldoende worden beschermd in de Jeugdwet en de uitvoering daarvan. Dat is zorgelijk. Op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag hebben alle kinderen recht op toegang tot passende jeugdhulp wanneer zij dit nodig hebben.

Defence for Children roept het Rijk en de gemeenten op om werk te maken van de zorgpunten die in de evaluatie naar voren zijn gebracht, vanuit een benadering die gebaseerd is op kinderrechten. Daarbij dient onder meer aandacht uit te gaan naar de onderstaande thema's.

Onduidelijkheid over beslissing tot jeugdhulp

Voor ouders en kinderen is het niet altijd duidelijk waarom bepaalde jeugdhulp wel of niet wordt toegewezen. Een deel van de gemeentelijke jeugdhulpbesluiten voldoet niet aan de zorgvuldigheids- en motiveringseisen die gelden op grond van de Algemene wet bestuursrecht. In sommige gevallen geven gemeenten überhaupt geen beschikking af, waar dat op grond van de wet wel moet. Maar ook als de route van bezwaar en beroep wél openstaat, is deze juridisch ingewikkeld en vaak moeilijk te vinden voor kinderen en ouders. Defence for Children acht het van groot belang dat gemeenten hun jeugdhulpplicht met zorgvuldigheid invullen voor de kinderen die deze hulp nodig hebben en dat er landelijk duidelijk eisen gesteld en nageleefd worden. Hierbij dient de hulpvraag van het kind altijd centraal te staan. Ook moet duidelijk zijn voor kinderen en ouders hoe zij een beslissing kunnen aanvechten als zij het er niet mee eens zijn.

Passende hulp niet altijd beschikbaar

De verplichting van gemeenten om te zorgen voor tijdige beschikbaarheid van passende hulp blijkt in de praktijk nog niet altijd te worden gerealiseerd. Dit is het gevolg van bijvoorbeeld een te krap budget, een gebrekkige samenwerking of problemen bij de aanbesteding. Hulp die door de rechter wordt opgelegd, bijvoorbeeld via het strafrecht, is niet altijd beschikbaar. De verschillen tussen gemeenten in het beleid inzake de toekenning van jeugdhulp en de conclusie daarbij dat een beroep op het gelijkheidsbeginsel bij de (bestuurs)rechter niet kansrijk is, staan op gespannen voet met de internationale minimumverplichtingen waaraan Nederland moet voldoen, ten aanzien van voorzieningen bij psychische gezondheids-, opgroei- en opvoedproblemen. Defence for Children vindt dat gemeenten en het Rijk deze tekortkomingen regelmatig in kaart moeten brengen en een gezamenlijk plan moeten opstellen zodat de komende jaren landelijk voldaan wordt aan de jeugdhulpplicht en de internationale minimumverplichtingen.

Rechtsbescherming

In zogenoemde ‘drangtrajecten’, waarin ouders een laatste kans wordt geven hun problemen aan te pakken alvorens de kinderrechter wordt ingeschakeld, is het voor kinderen en hun ouders niet altijd duidelijk wat hun rechtspositie is. Het verschil in de wijze waarop gemeenten uitvoering geven aan drangtrajecten is zorgwekkend. Zo kan er in de praktijk gedreigd worden met het korten van bijstand als het gezin geen jeugdhulp wil accepteren. De ‘drangpraktijk’ kan ertoe leiden dat hulpverleners beslissingen nemen die niet tot hun bevoegdheden horen. Dit vervaagt het onderscheid tussen vrijwillige en gedwongen jeugdhulp. Defence for Children vindt het dan ook zorgelijk dat rechtswaarborgen ontbreken en roept op om de rechten van ouders en kinderen in deze kwetsbare situatie beter te beschermen.

Vrijheid beperken zonder rechterlijke machtiging

In de afgelopen jaren zijn kinderen zonder rechterlijke machtiging in gesloten jeugdhulpinstellingen geplaatst. Deze praktijk is in strijd met het VN-Kinderrechtenverdrag, het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en is ook volgens de Inspectie Jeugdzorg niet toegestaan. In een gesloten instelling kan de deur op slot en kunnen vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet. Defence for Children benadrukt met klem dat geen enkel kind van zijn of haar vrijheid mag worden benomen zonder tussenkomst van de rechter. Ook is het op grond van internationaal recht niet te rechtvaardigen dat de mogelijkheden tot vrijheidsbeperking in de gesloten jeugdhulp met minder waarborgen zijn omkleed dan vrijheidsbeperkingen in justitiële jeugdinrichtingen. Een zorgelijke ontwikkeling is verder dat niet alleen jeugdigen in gesloten instellingen maar ook jeugdigen die in een open instelling zijn geplaatst, te maken krijgen met vrijheidsbeperkende maatregelen. Het indienen van klachten voor zowel ouders als minderjarigen is niet eenvoudig, nu blijkt dat dit niet in iedere gemeente mogelijk of bekend is. Defence for Children pleit voor actie als het gaat om harmonisatie van regelgeving omtrent vrijheidsbeperkende maatregelen voor minderjarigen in gesloten instellingen en voor een verbeterd en goed toegankelijk en effectief klachtrecht.

Verbinding met andere domeinen

De jeugdhulp wordt in gemeenten nog onvoldoende verbonden met andere domeinen, zoals de schuldhulpverlening, het onderwijs, de Wet maatschappelijke ondersteuning en huisvesting, terwijl dit nu juist een belangrijke overweging achter de decentralisatie was. Defence for Children benadrukt dat een benadering vanuit kinderrechten kansen biedt om domeinen binnen de overheid (gemeente en nationaal) te verbinden.

Een voorbeeld waar het van groot belang is dat de verschillende domeinen met elkaar samen werken, is op het gebied van armoede. In Nederland groeien 292.000 kinderen op in een gezin met een laag inkomen. 117.000 van hen groeien op in een gezin met een langdurig laag inkomen (tenminste vier jaar achter elkaar). Defence for Children pleit ervoor dat armoede eerder wordt gesignaleerd in gezinnen die met verschillende problematiek te maken krijgen, zoals bijvoorbeeld gedragsproblemen van het kind, werkeloosheid of schulden, om vervolgens in een vroeg stadium in te zetten op gespecialiseerde hulp voor kind en gezin.

Meer informatie:

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Wendy Horsten treedt toe tot Raad van Toezicht Defence for Children

Defence for Children Nederland is verheugd dat Wendy Horsten, een ervaren leider bij ING Nederland, toetreedt tot haar R…


Lees meer

Breed Mensenrechtenoverleg doet aanbevelingen aan informateur over mensenrechten in buitenlandbeleid

Het Breed Mensenrechtenoverleg (BMO), waar Defence for Children - ECPAT Nederland lid van is, heeft onlangs een brief ge…


Lees meer

Meerjarig partnerschap met de Postcode Loterij

De Nationale Postcode Loterij heeft per 1 januari 2024 de samenwerking met Defence for Children voor een periode van 5 j…


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee